dinsdag 14 juli 2009

vleugelmoer

"En nu maar hopen dat het vannacht niet gaat regenen..."
Dat dacht ik gisteravond voordat ik naar bed ging. Buiten op het balkon lag mijn nieuwe tafelblad in de hoogglans en de verf was nog niet droog. Zuchtend had ik tien minuten naar de lucht staan staren, had de wolken aan zien komen maar ik hoopte dat ze over zouden drijven. Ik was bijna in slaap toen ik de eerste druppels hoorde.

'VERDOMME!!'

Wetend dat ik er nu toch niets meer aan kon doen heb ik me omgedraaid en me naar dromenland begeven.

Vanmorgen stond ik zuchtend met een kop koffie boven mijn tafelblad en constateerde dat mijn schilderwerk van gisteravond verpest was. Het moet over. Daar kan ik me nu echter niet toe zetten, dus besluit ik het onderstel van de tafel eerst onder handen te nemen. 
Ik begin met schuren, eerst de grote vlakken met de elektrische vlakschuurmachine en vervolgens de poten een voor een met de hand. Fijn werk. Je wordt er vies van en ziet direct resultaat, heerlijk.
Omdat ik het fiasco van gisteravond wil voorkomen besluit ik het onderste deel van de tafel binnen te gaan verven. Het is een oude houten tafel en als ik de poten eraan wil zetten zie ik dat ze bevestigd moeten worden met vleugelmoeren. Ik sta een tijdje met de moer in mijn hand en bestudeer hem van alle kanten. Wat een mooi ding eigenlijk zo'n vleugelmoer, en wat was het lang geleden dat ik er een gezien had! 



Plots een flits uit mijn kindertijd. In de tijd dat mijn moeder ons nog voorlas uit prentenboeken: Graskikkers!  Verbaasd kijk ik naar de moer, en vraag me af waarom ik juist nu aan dat boek moet denken. En dan komt het allemaal terug. 

Het boek heet Helemaal verkikkerd en gaat over een jongetje die vriendschap sluit met graskikkers. Deze grappige beestjes, die daadwerkelijk gras op hun rug hebben, nemen de jongen mee naar hun land. Daar ontmoet hij een uitvinder die nog een laatste onderdeel nodig heeft voor de vliegmachine (als ik het me goed herinner) die hij aan het bouwen is. De jongen heeft van alles in zijn zakken: knopen, een luciferdoosje... EN een VLEUGELMOER!! Laat dat nu net het onderdeel zijn dat de uitvinder nodig heeft. De jongen wordt door de uitvinder naar huis gebracht en de graskikkers mogen van zijn ouders nog vaak komen spelen. 
Ik draai de vier vleugelmoeren voorzichtig aan, met eerbied bijna, want objecten die zulke prachtige herinneringen naar boven kunnen halen, daar ben ik graag voorzichtig mee.


maandag 13 juli 2009

Vrouw aan de muur


Soms heb ik van die momenten dat ik even zacht om mezelf moet grinniken, zoals daarnet om het volgende: (het wordt een beetje een vrouwenverhaal maar het gaat om een lekker wijf so stay with me)
Ik zat rustig met mijn boterhammetje en een kopje koffie de Vogue site te bekijken (ja dat doe ik) en mijn oog viel op de volgende vrouw:


Wat een mooi mens dacht ik, en ik ken haar ergens van.... 
Haar naam is Daisy Lowe, er gaat echter geen belletje rinkelen. Dan maar googlen, op afbeelding. En ik kom de volgende foto tegen uit een Vogue van twee jaar geleden:




Ik kijk eens goed om me heen, en opeens weet ik het. Ze hangt al een jaar bij me aan de muur! Hihi! 

Ik ben nu wel nieuwsgierig naar deze Daisy. Dus dan maar even wikipedia raadplegen. Wat blijkt nu, ze is de dochter van Gavin Rossdale! De zanger van Bush. Oh Bush! De eerste band waar ik fan van was. 
Gavin Rossdale hing jarenlang samen met Jhonny Depp en Kurt Cobain boven mijn bed. 
De mannen zijn al een aantal jaar vervangen door vrouwen aan de muur (hmmm, when did that happen..?) maar ik heb dus eerst een paar jaar genoten van Gavin en nu kijk ik al weer een jaar naar zijn dochter.... Vreemde gewaarwording zo op een maandagochtend kan ik je vertellen.
Nog maar een foto om het af te leren dan:

 


donderdag 18 juni 2009

Vannacht kon ik de slaap niet vatten. Mijn ipod biedt dan meestal de uitkomst, maar ditmaal konden Stephen Fry en Jonathan Ross me niet naar dromenland kletsen. Na een uurtje in bed grinniken om heerlijke Engelse humor (altijd nog beter dan een uur naar de glow-in-the-dark sterrenhemel op mijn plafond staren en me afvragen Wie deze ooit boven mijn hoofd geplakt heeft) besloot ik nog een stukje te gaan lezen.
Ik greep naast mijn bed naar Gerrit Komrij De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in duizend en enige gedichten. Hij ligt er altijd. Hij is eigenlijk van mijn ouders maar heeft mijn nachtkastje niet meer verlaten sinds ik in de vijfde klas voor het vak Nederlands een aantal gedichten moest bestuderen. De bundel uit 1980 is met me meeverhuisd naar Utrecht en toen ik laatst in mijn ouderlijk huis een herziene druk van dezelfde bundel in de boekenkast vond besloot ik dat hij nog lang naast mijn bed mocht blijven liggen. 
Vannacht sloeg ik Komrij dus weer eens open, ik doe dit meestal willekeurig, en vond een pareltje:

NIET TE BESCHRIJVEN
Niet te beschrijven
wat een geur doet in je neus
en in het weke van je hersenen,
een bloem
strandlucht.

Laatst liep ik op de weg
toen langs mij streek een vleug van vroeger,
van potten inkt en rekenen,
wat ik in der eeuwigheid zou zijn vergeten,
ik liep ertegenop.

Men zegt dat van bepaalde vlindersoorten
het reukvermogen
zich uitstrekt over kilometers,
maar of het nu de natuur is
of een oude school,
of een meisje dat in je armen staat
en geurt als zeven jaar geleden
of, als het heeft geregend,
de hartverscheurende kracht van een naaldwoud
- je noemt het,
maar beschrijven kun je het niet. 

Gerrit Krol *1934